“Stap in het licht van de dingen, laat de natuur je leraar zijn.” (William Wordsworth)
Onze grootouders die tuinierden in hun ‘hofkes’ waren nog zo gek niet. Blijkbaar is tuinieren goed voor je psychische welzijn. Door te werken met je handen ontstaat er een innerlijke ruimte om je emoties te kunnen ordenen. “Een tuin biedt je niet alleen een beschermde materiële ruimte die je helpt je geestelijjke ruimte te vergroten en te verstevigen, maar schenkt je ook de rust en stilte om je eigen gedachten te kunnen horen” vertelt Sue Stuart-Smith. Veel tuinwerk is eentonig en dat zorgt ervoor dat lichaam, geest en omgeving samenkomen tot een gevoel van flow. Zo zorg je voor een vermindering van stress en je stemming verbetert erdoor.
Het helpt dat een relatie opbouwen met een plant minder omslachtig is dan met een mens. Ze spreken je dan ook niet tegen. En het geeft een enorme boost aan je zelfvertrouwen als er dankzij jou een mooi bloeiende plant tevoorschijn komt.
Sue Stuart-Smith legt uit hoe tuintherapie heilzaam kan zijn voor tal van psychische problemen van verslaving en depressie tot eenzaamheid en PTSS. Ze baseert zich daarvoor op neurowetenschap en psychoanalyse. Ze put ook uit verhalen van soldaten in de loopgraven. Toen werden aan beide zijden tuintjes aangelegd. Men gebruikte petroleumblikken als gieters en bajonetten als tuingereedschap. Ook de opa van Sue Stuart-Smith, een getraumatiseerde oorlogsveteraan van de tweede wereldoorlog, kreeg dank zij een opleiding tot hovenier zijn mentale evenwicht terug.
Tijd dus om te gaan zaaien, wieden en snoeien want het kan je enkel maar gelukkiger maken…
Leestip: Stuart-Smith Sue, Tuinieren voor de geest, 2020.