Na de zoveelste reorganisatie begin je stilaan te beseffen dat je je tijd wel hebt gehad. Je snapt nu ook waarom ouderen altijd als betweters overkomen. Zij hebben immers alle soorten reorganisaties al meegemaakt en aan den lijve ondervonden en je weet: wat ze nu weer gaan proberen werkt niet. Het haalde vroeger ook al niet de gewenste resultaten maar dat weten die jongeren natuurlijk weer niet.
Kennis en gelijk hebben is gebaseerd op ervaring en het verleden. Dat is veilig maar niet mee met de tijd. Het is tegengesteld aan originaliteit. Als je bewijst dat je gelijk hebt, blijf je bij de concrete feiten zoals ze ook vroeger waren en is er geen ruimte voor vernieuwing. Gelijk hebben is bovendien ook vervelend, het sluit je geest af voor nieuwe ideeën en komt betuttelend over.
Maar wat gebeurt er als ervan uitgaat dat je ongelijk hebt. Dat is wat ongemakkelijk en risicovol. Want nu is alles terug mogelijk. De toekomst ligt terug open en wie weet… misschien is die briljante oplossing die tien jaar geleden afgevoerd werd, nu wel de juiste oplossing. En als dat toch niet zo blijkt te zijn, heb je je toch weer een tijdje jong en avontuurlijk gevoeld.
Leestip: Paul Arden, It’s not how good you are, it’s how good you want to be, Phaidon, 2003.