Kende je het woord ‘liminaliteit’ al? Wij niet. Het woord komt uit antropologie. Als mensen in een overgangsritueel van het ene stadium naar het andere gaan, zijn op een bepaald moment in ‘liminaliteit’, dat wil zeggen dat ze op het grenspunt zitten tussen hun oude status en de nieuwe.
Bijvoorbeeld bij een communie, een huwelijk, een doop,… is er altijd een overgang van één status naar een andere. De Franse antropoloog Arnold Van Gennep stelt dat er bij zo’n overgangsrituelen drie fases zijn:
- de afscheiding, waarbij men afscheid neemt van de vorige status (denk bijvoorbeeld aan vrijgezellenfeesten)
- de liminaliteit: een soort rituele dood en nieuwe geboorte (de plechtigheid van de trouw zelf)
- herintrede: waarbij men een nieuwe status krijgt (het gehuwde leven)
Een mooi voorbeeld van liminaliteit is een studentendoop: op het moment van de ontgroening is men al geen buitenstaander meer, maar toch ook nog geen volwaardige student. Men zit in een soort tussenfase.
Liminaliteit is dus een soort ’twighlight zone’, wanneer het oude er niet meer is, maar het nieuwe ook nog niet bestaat.
Het concept liminaliteit past ook op hele samenlevingen die door een plotse crisis gaan, zoals revoluties, epidemieën,… Het is een periode met veel twijfels en chaos, waarbij radicale vragen worden gesteld. Tegelijk is er ruimte voor veel creativiteit en nieuwe oplossingen.
Wat we nu doormaken kan dus aanzien worden als een liminale periode. Verschillend met de overgangsrituelen zoals huwelijk en doop enz. is dat er geen ceremoniemeester is die het proces goed begeleidt en dat we niet precies weten in welke nieuwe status we zullen terecht komen…